Nabestaanden van overleden slachtoffers en naasten van mensen met ernstig en blijvend letsel als gevolg van een ongeluk, geweldsmisdrijf of medische fout, krijgen recht op smartengeld. Dit bepaalt de wet affectieschade die op 1 januari 2019 ingaat.
Wat is affectieschade?
Affectieschade is immateriële schade van een persoon veroorzaakt door leed of het overlijden van een naast familielid. Dit is schade die niet in geld is uit te drukken. Het gaat om de erkenning van het verdriet van personen van wie het leven volledig op zijn kop staat door het letsel van een naast familielid. Zo kan er sprake zijn van affectieschade wanneer een partner overlijdt, maar ook wanneer er bijvoorbeeld een partner of een kind invalide raakt. Bijvoorbeeld door een ongeval, een misdrijf of door een medische fout. De affectieschade kan worden geclaimd door de naaste familieleden van degene die letsel heeft opgelopen of is overleden.
Inwerkingtreding Vergoeding affectieschade
De Wet Affectieschade treedt in op 1 januari 2018. Het gaat om ongevallen die op of na 1 januari 2018 hebben plaatsgevonden. Kortom, voor 1 januari 2018 hebben naasten nog geen recht op vergoeding van affectieschade. Zie ook de aanpassing Wet Affectieschade en de memorie van toelichting vergoeding affectieschade
Hoe gaat het met overlijden? Stel dat het ongeval op 31 december 2017 heeft plaatsgevonden, maar het slachtoffer in 2018 overlijdt. Geldt dan de wet affectieschade? Nee. Het ongeval heeft immers in 2017 plaatsgevonden. Er bestaat derhalve geen recht op vergoeding van affectieschade.
Taxibus-arrest en Shockschade
De wet voorzag niet in een regeling voor immateriële schade voor familieleden van een slachtoffer Nu is er ook immateriële vergoeding voor naasten (affectieschade). Dit is anders dan shockschade. Shockschade is de vergoeding waarop een naaste recht heeft in geval van psychische schade als gevolg van een traumatische gebeurtenis. Het verschil tussen shockschade en affectieschade is dat bij shockschade een naaste (bijv. familielid) direct geconfronteerd is met het ongeval. Doordat een persoon geconfronteerd is met de ernstige gevolgen van een ongeval moet er psychisch letsel zijn ontstaan. Dit moet worden vastgesteld door een deskundige.
Vóór het bestaan van de Wet affectieschade
Voordat de Wet Affectieschade was ingetreden, mocht alleen het slachtoffer immateriële schade claimen. Dit wordt ook wel smartengeld genoemd. Smartengeld kan worden gevorderd door een ongeval, een misdrijf of een medische fout. In de oude situatie (voor de intreding van de wet) mocht alleen het slachtoffer smartengeld vorderen. Voor naaste familieleden bestond er geen mogelijkheid om smartengeld te claimen.
Voorbeeldsituatie voor januari 2018: Een vrouw wordt door een verkeersongeval invalide. Haar man neemt veel zorgtaken op zich. De vrouw kan smartengeld vorderen voor de emotionele schade. De man kan dit niet. Oftewel, voor de man was er geen financiele erkenning voor zijn emotionele schade.
Voorbeeldsituatie vanaf 1 januari 2019: Een vrouw wordt door een verkeersongeval invalide. Haar man neemt veel zorgtaken op zich. De vrouw kan smartengeld vorderen voor de emotionele schade. De man kan dit nu ook. Het bedrag voor de man is een vast bedrag.
Vanaf 1 januari 2019 bestaat er voor naaste familieleden de mogelijkheid om erkenning te krijgen voor emotionele schade in de vorm van een financiële vergoeding (affectieschade).
Kring van gerechtigden voor affectieschade
De personen die affectieschade kunnen vorderen zijn in de wet genoemd. Buiten de kring van gerechtigen is het niet mogelijk om vergoeding te krijgen. De in de wet genoemde naasten zijn:
- De echtgeno(o)t(e) of geregistreerd van het slachtoffer;
- De levensgezel van de gekwetste, die ten tijde van de gebeurtenis duurzaam met deze een gemeenschappelijke huishouding voert;
- De ouder(s);
- De kinderen van het slachtoffer
- Degene die ten tijde van de gebeurtenis duurzaam in gezinsverband de zorg voor de gekwetste heeft;
- Degene voor wie de gekwetste ten tijde van de gebeurtenis duurzaam in gezinsverband de zorg heeft;
- Een andere persoon die in een zodanige nauwe persoonlijke relatie tot de gekwetste staat, dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeit dat hij voor de toepassing van lid 1 onder b als naaste wordt aangemerkt (hardheidsclausule, wellicht broers en zussen?)
Let op: broers/zussen krijgen in beginsel geen vergoeding!
Bedragen affectieschade
Het is een regeling met vaste bedragen tussen de 12.500 en 20.000 euro, te betalen door de partij (c.q. de verzekeraar) die aansprakelijk is voor het ongeval. De bedragen worden in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vastgesteld.
Ernstig en blijvend letsel
Het dient te gaan om ernstig en blijvend letsel. Het moet dan gaan om een ernstige situatie. Hoe wordt ernstig en blijvend letsel uitgelegd? Er kan sprake zijn van lichamelijk letsel, psychisch letsel of van beide.
I. Lichamelijk letsel
Bij lichamelijk letsel wordt er gekeken naar twee belangrijke factoren. Er moet sprake zijn van een blijvende functiestoornis van 70% of meer. Daarnaast zijn ook andere omstandigheden van het geval van belang. Er is sprake van cumulatie. Al het letsel wordt bij elkaar bekeken. Dit betekent dat als er sprake is van een blijvende functiestoornis van 60%, maar ook andere omstandigheden relevant zijn, dat er voldaan is aan de eis van ernstig en blijvend letsel.
1) Blijvende functiestoornis van 70% of meer
Voor vergoeding van affectieschade dient het te gaan om zeer bijzondere ernst van het letsel.
Denk aan bijv. hoge dwarslaesie, traumatisch hersenletsel of algehele blindheid.
In grensgevallen zal op basis van beschikbare medische gegevens of op basis van een nader medische deskundigenrapportage het ernstige en blijvende letsel moeten worden aangetoond.
2) Andere omstandigheden van het geval
Naast de functiestoornis is ook de invloed die het letsel heeft op het leven van de gekwetste en de naaste van belang. Ook voor de naaste zal het letsel nopen tot een ingrijpende ommezwaai in het leven. Er zullen zich gevallen kunnen voordoen waarbij de lichamelijke (of uiterlijk waarneembare) component van het letsel niet zo ernstig is als hierboven aangegeven, maar waarbij de combinatie daarvan met andere componenten van het letsel een zodanig verlies of ernstige verstoring van de mogelijkheid van wezenlijk persoonlijk contact tussen het slachtoffer en diens naasten meebrengt, dat van ernstig en blijvend letsel sprake kan zijn. Te denken valt aan:
* ernstige karakter- en gedragsveranderingen
* het algeheel verlies van het vermogen tot spreken
* ernstige afasie
* ernstige aantastingen van de geheugenfunctie
* ernstig of algeheel functieverlies van zintuigen.
Letsels waaraan in dit verband ook kan worden gedacht, zijn letsels die leiden tot het verlies of een ernstige verstoring van de mogelijkheid om lichamelijk contact te hebben. Denk aan derdegraads brandwonden over een groot deel van het lichaamsoppervlak of ernstige littekens bij belangrijke delen van het lichaam, zoals het gelaat en de hals.
Hoe dient de praktijk om te gaan met een slachtoffer die al gewond was vóór een ongeval?
Uitgangspunt is dat je het slachtoffer neemt zoals die is. Dit betekent dat ook het letsel dat is ontstaan vóór het ongeval relevant is. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen het letsel dat is ontstaan door het ongeval en welk letsel niet door het ongeval is ontstaan.
3) Afhankelijk geworden van intensieve hulp en zorg
Er zijn ook gevallen denkbaar waarin het slachtoffer door het gebeuren volledig of nagenoeg volledig afhankelijk wordt van intensieve hulp en zorg dat de mogelijkheid van het onderhouden van een privéleven ernstig wordt verstoord.
Het gaat hier om gevallen waarin het letsel niet alleen voor het slachtoffer zelf ernstige beperkingen in het dagelijks functioneren teweegbrengt, maar vanwege de nauwe persoonlijke band die zijn naasten met hem hebben ook voor deze personen. In de praktijk zal dit doorgaans gepaard gaan met een hoog tot zeer hoog percentage aan blijvend functioneel verlies bij het slachtoffer.
II. Psychisch letsel
Kan naast lichamelijk letsel ook psychisch letsel worden begrepen onder het begrip ernstig en blijvend letsel? Ja. Onder ernstig en blijvend letsel wordt ook psychisch letsel begrepen.
Voor de vordering tot affectieschade bij psychische schade is vereist dat het gaat om medisch objectiveerbaar psychisch letsel. Gelden er percentages? Vaste percentages van blijvende functiestoornissen zijn er voor psychisch letsel niet. Eenzelfde gebeurtenis kan voor verschillende personen tot zeer uiteenlopend psychisch letsel leiden. Uit het hoge percentage dat als richtsnoer dient bij de toekenning van affectieschade in geval van lichamelijk letsel, blijkt wel dat ook het psychische letsel zeer ernstig dient te zijn. Kortom, het is letsel dat moeilijk te objectiveren is. Ook hier geldt weer dat het dient te gaan om uitzonderlijk psychisch letsel.
Ook bij psychisch letsel zijn andere omstandigheden van het geval van belang. Naast de ernst en blijvendheid van het psychische letsel is ook de invloed daarvan op het leven van de gekwetste en de naaste van zwaarwegend belang.
Aan welke situaties kunnen we denken voor de Wet Affectieschade?
Voor vergoeding van affectieschade is diverse situaties denkbaar. Bijvoorbeeld bij verkeersongevallen, beroepsziekten, medische aansprakelijkheid of geweldsmisdrijven.
Het gevolg van de Wet Affectieschade voor verzekeraars is dat het financieel belang in een zaak groter wordt. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij de schadereserve.
Hoe zit het met eigen schuld?
Soms heeft een slachtoffer ook bijgedragen aan een ongeval. Er wordt dan gesproken van eigen schuld (art. 6:101 BW). Het percentage eigen schuld is van invloed op de schade en dus op de affectieschade. Als er bijv. geen gordel is gedragen, dan is er sprake van 25% vermindering van de schade.
Ook de billijkheidscorrectie werkt door in de vordering vergoeding van affectieschade. De naaste deelt kort gezegd mee in de bescherming die het slachtoffer aan art. 6:101 BW kan ontlenen. Een voorbeeld in de jurisprudentie is de ontwikkelde 100% en 50%-regel in het verkeersaansprakelijkheidsrecht.
Cumulatie van bedragen
Hoe zit het met cumulatie van bijv. ernstig en vervolgens het overlijden van een slachtofffer? Het hoogste bedrag geldt dan.
Als een slachtoffer meerdere gezinsleden heeft, dan worden de bedragen bij elkaar opgeteld:
A) Bedrag partner;
B) Bedrag voor kind A;
C) Bedrag voor kind B;
D) Bedrag voor kind C.
Wat als de man (bestuurder) dwarsleasie heeft, vrouw is eveneens ernstig en blijvend gewond.
Kind A leeft nog. Kind B is dood. Alle bedragen worden stap voor stap afgelopen.
A) Ouder A – relatie vrouw
Ouder A – relatie kind A
Ouder A – relatie kind B
B) Ouder B – relatie man
” ….”
Art. 6:96 lid 2 alleen vererving als mededeling is gedaan.
Wat als een bestuurder (man) een bewuste fout maakt en vrouw komt te overlijden, heeft man dan recht op vergoeding?
Nee. Dit is een onrechtmatige gedraging (art. 6:162 BW). Opzet of bewuste roekeloosheid is onder de verzekeringsovereenkomst uitgesloten.