No Result
View All Result
  • Home
  • Verzekeringen
    • All
    • Arbeidsongeschiktheidsverzekering
    • CIS-incidentenregister
    • Fraude
    • Geschillencommissie Schadeverzekeraars
    • kernbeding
    • mededelingsplicht
    • precontractuel mededelingsplicht
    • primaire dekkingsomschrijving
    • Procesrecht
    • Redelijkheid en billijkheid
    • schadevaststelling expert
    • uitsluitingsclausule
    • Verstrekking gegevens aan verzekeraar
    uitkering schade

    Arbeidsongeschiktheidsverzekering; verzekerde weigert informatie te verstrekken. Stopzetten uitkering, mag dat?

    Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen verzoekt om deskundigenonderzoek chroom-6 gritstof. Afgewezen.

    Aansprakelijkheid van de wegbeheerder?

    AV; moment totstandkoming overeenkomst; kernbeding; uitsluitingsclausule; duur uitkering; debat belastingschade onvoldoende gevoerd.

    Geen aansprakelijkheid voor een onveilige situatie in strandbad

    Verzekerde heeft opzettelijk schade veroorzaakt. Auto te water geraakt. Verzekeringsrecht.

    Conclusie Wissink over redelijk handelend verzekeraar

    Conclusie Wissink over redelijk handelend verzekeraar

    HR over redelijk handelend verzekeraar bij verzwijging verzekering

    HR over redelijk handelend verzekeraar bij verzwijging verzekering

    Reglement van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars

    Reglement van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars

    Verwijzing bij aangaan verzekeringsovereenkomst; opzet bewezen. Geen uitkering.

    Verwijzing bij aangaan verzekeringsovereenkomst; opzet bewezen. Geen uitkering.

    Non-conforme dakisolatie geplaatst. Verzekeraar wordt aangesproken in vrijwaring. Uitleg insluitingsbepaling. Gevolgschade is gedekt. Wordt in hoofdzaak nader onderbouwd en daar moet op worden gewacht.

    Non-conforme dakisolatie geplaatst. Verzekeraar wordt aangesproken in vrijwaring. Uitleg insluitingsbepaling. Gevolgschade is gedekt. Wordt in hoofdzaak nader onderbouwd en daar moet op worden gewacht.

  • Aansprakelijkheid
    • All
    • Affectieschade
    • Beroepsaansprakelijkheid
    • Deelgeschil
    • Letselschadebehandeling
    • Medische aansprakelijkheid
    • Onrechtmatige daad
    • Overeenkomsten
    • Overheidsaansprakelijkheid
    • Procesrecht
    • Schadevergoeding
    • Verkeer
    • Wegbeheerder
    • Werkgeversaansprakelijkheid
    schade cafe horeca

    Steekpartij Koningsnacht schadevordering door horeca-ondernemers; onrechtmatige daad dader?

    SCHADE boom boom tak

    Gemeente aansprakelijk voor schade afgebroken tak van boom?

    Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen verzoekt om deskundigenonderzoek chroom-6 gritstof. Afgewezen.

    Deelgeschil: verzoek deskundigenrapporten te laten gelden als uitgangspunt vaststelling omvang schade. Ongeval tussen bus GVB en fietser

    Aansprakelijkheid van de werkgever voor psychisch letsel dat is ontstaan in de uitoefening van werkzaamheden

    Baby schade

    Schadevordering wegens wrongful birth na mislukte sterilisatie

    Vergoeding van affectieschade bij een ongeval

    Vergoeding van affectieschade bij een ongeval

    Ongeval tussen 2 fietsers; 50% aansprakelijkheid

    Ongeval tussen 2 fietsers; 50% aansprakelijkheid

    Bepaling hoogte shockschade voor 7-jarig kind bij aantreffen gedode moeder thuis in slaapkamer. Benoeming deskundigen met vragenstelling IWMD.

    Bepaling hoogte shockschade voor 7-jarig kind bij aantreffen gedode moeder thuis in slaapkamer. Benoeming deskundigen met vragenstelling IWMD.

    Hof: Geen gordel meerijden dronken bestuurder 50% eigen schuld

    • Verkeer
      • Alcohol; meerijden passagier
  • Letselschade
  • Home
  • Verzekeringen
    • All
    • Arbeidsongeschiktheidsverzekering
    • CIS-incidentenregister
    • Fraude
    • Geschillencommissie Schadeverzekeraars
    • kernbeding
    • mededelingsplicht
    • precontractuel mededelingsplicht
    • primaire dekkingsomschrijving
    • Procesrecht
    • Redelijkheid en billijkheid
    • schadevaststelling expert
    • uitsluitingsclausule
    • Verstrekking gegevens aan verzekeraar
    uitkering schade

    Arbeidsongeschiktheidsverzekering; verzekerde weigert informatie te verstrekken. Stopzetten uitkering, mag dat?

    Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen verzoekt om deskundigenonderzoek chroom-6 gritstof. Afgewezen.

    Aansprakelijkheid van de wegbeheerder?

    AV; moment totstandkoming overeenkomst; kernbeding; uitsluitingsclausule; duur uitkering; debat belastingschade onvoldoende gevoerd.

    Geen aansprakelijkheid voor een onveilige situatie in strandbad

    Verzekerde heeft opzettelijk schade veroorzaakt. Auto te water geraakt. Verzekeringsrecht.

    Conclusie Wissink over redelijk handelend verzekeraar

    Conclusie Wissink over redelijk handelend verzekeraar

    HR over redelijk handelend verzekeraar bij verzwijging verzekering

    HR over redelijk handelend verzekeraar bij verzwijging verzekering

    Reglement van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars

    Reglement van de Geschillencommissie Schadeverzekeraars

    Verwijzing bij aangaan verzekeringsovereenkomst; opzet bewezen. Geen uitkering.

    Verwijzing bij aangaan verzekeringsovereenkomst; opzet bewezen. Geen uitkering.

    Non-conforme dakisolatie geplaatst. Verzekeraar wordt aangesproken in vrijwaring. Uitleg insluitingsbepaling. Gevolgschade is gedekt. Wordt in hoofdzaak nader onderbouwd en daar moet op worden gewacht.

    Non-conforme dakisolatie geplaatst. Verzekeraar wordt aangesproken in vrijwaring. Uitleg insluitingsbepaling. Gevolgschade is gedekt. Wordt in hoofdzaak nader onderbouwd en daar moet op worden gewacht.

  • Aansprakelijkheid
    • All
    • Affectieschade
    • Beroepsaansprakelijkheid
    • Deelgeschil
    • Letselschadebehandeling
    • Medische aansprakelijkheid
    • Onrechtmatige daad
    • Overeenkomsten
    • Overheidsaansprakelijkheid
    • Procesrecht
    • Schadevergoeding
    • Verkeer
    • Wegbeheerder
    • Werkgeversaansprakelijkheid
    schade cafe horeca

    Steekpartij Koningsnacht schadevordering door horeca-ondernemers; onrechtmatige daad dader?

    SCHADE boom boom tak

    Gemeente aansprakelijk voor schade afgebroken tak van boom?

    Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen verzoekt om deskundigenonderzoek chroom-6 gritstof. Afgewezen.

    Deelgeschil: verzoek deskundigenrapporten te laten gelden als uitgangspunt vaststelling omvang schade. Ongeval tussen bus GVB en fietser

    Aansprakelijkheid van de werkgever voor psychisch letsel dat is ontstaan in de uitoefening van werkzaamheden

    Baby schade

    Schadevordering wegens wrongful birth na mislukte sterilisatie

    Vergoeding van affectieschade bij een ongeval

    Vergoeding van affectieschade bij een ongeval

    Ongeval tussen 2 fietsers; 50% aansprakelijkheid

    Ongeval tussen 2 fietsers; 50% aansprakelijkheid

    Bepaling hoogte shockschade voor 7-jarig kind bij aantreffen gedode moeder thuis in slaapkamer. Benoeming deskundigen met vragenstelling IWMD.

    Bepaling hoogte shockschade voor 7-jarig kind bij aantreffen gedode moeder thuis in slaapkamer. Benoeming deskundigen met vragenstelling IWMD.

    Hof: Geen gordel meerijden dronken bestuurder 50% eigen schuld

    • Verkeer
      • Alcohol; meerijden passagier
  • Letselschade
No Result
View All Result
Verzekerd van Kennis
No Result
View All Result

Aanrijding bromfietsers, alcohol

0
VIEWS

Een bromfietser die op 11 september 2016 in Amsterdam Nieuw-West met teveel alcohol op een andere bromfietser heeft aangereden, moet een schadevergoeding betalen. In de ernst van de door gedaagde gemaakte fout en de lichamelijke en psychische gevolgen van het ongeval voor eiser ziet de rechtbank aanleiding om de billijkheidscorrectie van artikel 6:101 lid 1 BW toe te passen. Eiser heeft door het ongeval een zware hersenschudding opgelopen, had een scheurtje in de lever, letsel in het aangezicht, een gekneusde schouder en gekneusde ribben. Daarnaast ervaart eiser spanningsklachten. De rechtbank komt op grond van de billijkheidscorrectie tot een vergoedingsplicht van gedaagden van 75% van de door eiser als gevolg van het ongeval gelden schade. (rechtbank).

______________________________________________________________________________

Rechtbank Amsterdam 20-02-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:1090

Afdeling privaatrecht zaaknummer / rolnummer: C/13/630610 / HA ZA 17-616

Vonnis van 20 februari 2019

in de zaak van [eiser], wonende te [woonplaats] ,
eiser, advocaat mr. A. Quispel te Oud-Beijerland,
tegen
[Gedaagde 1] wonende te [woonplaats] ,

de naamloze vennootschap
N.V. UNIVÉ SCHADE,
gevestigd te Zwolle,
gedaagden,
advocaat mr. G. Loman te Assen.

Partijen worden hierna [eiser] en gedaagden genoemd. Gedaagden worden afzonderlijk aangeduid als [gedaagde 1] en Univé.

Procedure

1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
• het tussenvonnis van 28 februari 2018 en de daarin vermelde (proces)stukken,
• de akte uitlating van gedaagden,
• de akte overlegging producties (producties 14 tot en met 20) van [eiser] ,
• het proces-verbaal van getuigenverhoor van 24 mei 2018,
• de akte uitlating voortzetting enquête tevens houdende akte overlegging productie (productie 8) van gedaagden,
• het proces-verbaal van voortzetting van getuigenverhoor van 4 juli 2018, met de daaraan gehechte stukken,
• de conclusie na enquête van gedaagden,
• de conclusie na enquête van [eiser] met producties (producties 21 tot en met 23),
• de akte uitlating producties tevens houdende akte overlegging producties (producties 9 en 10) van gedaagden,
• de akte uitlating producties tevens houdende akte overlegging producties (productie 24) van [eiser] ,
• de akte uitlating producties van gedaagden.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

De verdere beoordeling
Kennelijke verschrijving
2.1. In het tussenvonnis van 28 februari 2018 (hierna: het tussenvonnis) is de voornaam van [gedaagde 1] abusievelijk als “ [voornaam] ” vermeld, terwijl tijdens zijn getuigenverhoor is gebleken dat zijn voornaam “ [voornaam] ” is. Dit betekent dat sprake is van een kennelijke verschrijving in het tussenvonnis. Die verschrijving is in dit vonnis hersteld. De voornaam van [gedaagde 1] in het tussenvonnis dient op dezelfde wijze te worden gelezen als in dit vonnis.


De bewijsopdrachten en de waardering van het bewijs
2.2. In het tussenvonnis heeft de rechtbank voorshands bewezen geacht dat het ongeval van 11 september 2016 is veroorzaakt door [gedaagde 1] , namelijk dat hij [eiser] met zijn bromfiets heeft aangereden, terwijl hij meer dan de wettelijk toegestane hoeveelheid alcohol had gebruikt. Gedaagden zijn vervolgens toegelaten tegenbewijs te leveren tegen deze voorshands bewezen geachte stelling (zie rechtsoverwegingen 4.7. en 5.1. van het tussenvonnis).

2.3. Verder zijn gedaagden bij het tussenvonnis om proceseconomische redenen in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat de schade als gevolg van het ongeval ook zou zijn ontstaan als [gedaagde 1] niet onder invloed van meer dan de wettelijke toegestane hoeveelheid alcohol op zijn bromfiets zou hebben gereden (zie rechtsoverweging 5.2. van het tussenvonnis).

2.4. [gedaagde 1] heeft in enquête zichzelf, zijn neef [naam neef] (hierna: [naam neef] ) en twee medewerkers van de gemeente Amsterdam, te weten [naam medewerker 1] en [naam medewerker 2] (hierna: [naam medewerker 1] en [naam medewerker 2] ), doen horen als getuige. Verder heeft hij twee ongevallenanalyserapportages, één van Expertise Bureau Dijkstra A (hierna: EBD) van 31 mei 2018 en één van Ongevallenanalyse Apeldoorn VOF (hierna: Ongevallenanalyse Apeldoorn) van 2 november 2018 overgelegd. Met deze getuigenverklaringen en rapportages hebben gedaagden niet het hiervoor onder 2.2 vermelde bewijsvermoeden ontzenuwd noch het gevraagde bewijs (zoals hiervoor onder 2.3 vermeld) geleverd. Daartoe wordt het volgende overwogen.

2.5. [gedaagde 1] heeft verklaard dat hij in de vroege ochtend van 11 september 2016 vanaf de woning van zijn vriend in [plaats] met de bromfiets aan de hand naar zijn woning in [plaats] is gelopen. Niemand heeft dit echter gezien. Zijn verklaring dat hij heeft gelopen wordt – anders dan gedaagden menen – ook niet ondersteund door de verklaring van [naam neef] . Die heeft verklaard dat hij een dag na het ongeval op de plaats van het ongeval het contactslot van de bromfiets van [gedaagde 1] heeft gevonden en dat het contactslot ‘uit’ stond. Daaruit kan echter niet – zoals gedaagden aanvoeren – worden afgeleid dat [gedaagde 1] met de bromfiets aan de hand van [plaats] naar [plaats] is gelopen. De verklaringen van [gedaagde 1] en [naam neef] spreken elkaar namelijk tegen. [gedaagde 1] heeft immers verklaard dat het cilinder van het contactslot helemaal stuk was waardoor je de sleutel kon ronddraaien, terwijl [naam neef] juist heeft verklaard dat de cilinder nog in tact was en de sleutel in het cilinder naar links was gedraaid. Gelet op deze wezenlijke tegenstrijdigheid ten aanzien van het contactslot kan de verklaring van [naam neef] niet bijdragen aan het door gedaagden te leveren tegenbewijs. Daarbij komt dat kan worden getwijfeld aan de juistheid van de verklaring van [naam neef] dat hij het contactslot heeft gevonden. [eiser] heeft namelijk gemotiveerd betwist dat het contactslot door het ongeval uit de bromfiets van [gedaagde 1] is losgeraakt met het rapport van het Nederlands Forensisch Onderzoeksbureau (hierna: het NFO) van 18 september 2018. Het NFO heeft in dit rapport na een analyse van de filmbeelden van het ongeval van AT5 en de foto’s van de bromfiets van [gedaagde 1] van na het ongeval geconcludeerd dat het zeer veel waarschijnlijker is dat de contactslotunit na de botsing nog in de bromfiets van [gedaagde 1] aanwezig was, dan dat de contactslotunit niet meer in de bromfiets aanwezig was. Gelet op deze conclusie en de omstandigheid dat de verklaringen van [gedaagde 1] en [naam neef] over het contactslot tegenstrijdig zijn, kan niet worden vastgesteld dat het contactslot door de botsing uit de bromfiets van [gedaagde 1] is geraakt, door [naam neef] op de plaats van het ongeval is gevonden en dat het contactslot uit was gedraaid. De door gedaagden overgelegde foto’s van een contactslot doen aan dit oordeel niets af. Uit die foto’s zelf blijkt niet dat het op de foto’s afgebeelde slot daadwerkelijk het contactslot van de bromfiets van [gedaagde 1] is dat ten tijde van het ongeval uit de bromfiets van [gedaagde 1] zou zijn losgeraakt.

2.6. Met betrekking tot de door gedaagden overgelegde ongevallenanalyserapportages wordt het volgende overwogen. Het rapport van EBD bevat slechts een summiere analyse van het ongeval en is bovendien gedeeltelijk gebaseerd op de verklaring van [naam neef] . Hiervoor is al overwogen dat de verklaring van [naam neef] over het contactslot niet kan worden gevolgd. Dit betekent dat geen sprake is van een objectief uitgevoerde analyse door EBD en dat het rapport niet kan bijdragen aan het door gedaagden te leveren tegenbewijs.

2.7. Evenmin kan de rapportage van Ongevallenanalyse Apeldoorn het bewijsvermoeden ontzenuwen. [eiser] heeft immers ook een rapportage met een analyse van het ongeval in het geding gebracht. In dit rapport van Baan Hofman Ongevallenanalyse (hierna: Baan Hofman) van 30 augustus 2018 hebben twee deskundigen uitgebreid onderzocht hoe het ongeval heeft kunnen plaatsvinden. De deskundigen hebben naar aanleiding van de schade aan beide bromfietsen geanalyseerd hoe het botsverloop tussen de bromfietsen is geweest en wat de botsenergie van beide bromfietsen was. Vervolgens hebben de deskundigen met een simulatiemodel het scenario dat beide bromfietsers reden en het scenario dat [gedaagde 1] met de bromfiets aan de hand liep, gesimuleerd. In het rapport worden, voor zover van belang, de volgende conclusies getrokken:


(…) Beide bromfietsen hadden schade aan de linker voorzijde en linker zijkant door de aanrijding. De bromfietsen zijn op de rechter zijde tot stilstand gekomen.
De bromfietsen hebben elkaar al rijdend linksvoor geraakt.
De opzittenden van de bromfietsen hebben elkaar direct geraakt en zijn in elkaar verhaakt.
(…) Op basis van de vervormingsenergie is, bij het scenario waarin de heer [gedaagde 1] heeft gelopen met de Sym in de hand, een snelheid tussen 54 en 76 km/h van de Kymco [de bromfiets van [eiser] , rechtbank] te verwachten. Het verloop van de botsing past hier niet in.
Het scenario waarin beide partijen hebben gereden past volledig in de sporen en eindposities.Het scenario waarin de heer [gedaagde 1] met de bromfiets in de hand heeft gelopen past niet met de aangetroffen de eindposities. (…)”


2.8. Gedaagden hebben tegen dit rapport het rapport van Ongevallenanalyse Apeldoorn ingebracht. Volgens hen volgt daaruit dat de conclusies uit het rapport van Boom Hofman onjuist zijn en dat moet worden geconcludeerd dat [gedaagde 1] ten tijde van het ongeval met de bromfiets aan de hand heeft gelopen. Gedaagden worden daarin niet gevolgd. De conclusie van Boom Hofman is gebaseerd op een uitgebreid onderzoek en volgt logischerwijs uit de overige inhoud van het rapport. In het rapport van Ongevallenanalyse Apeldoorn worden enkele punten aangestipt waarop het rapport van Boom Hofman onjuist zou zijn, maar de deskundige heeft zelf geen uitgebreid onderzoek naar het ongeval gedaan. Evenmin heeft hij, in tegenstelling tot de deskundigen van Boom Hofman, gebruik gemaakt van simulaties. Gelet op deze omstandigheden wordt meer waarde gehecht aan het rapport van Baan Hofman dan aan het rapport van Ongevallenanalyse Apeldoorn.

Ten slotte geldt dat de rapporten van de partijdeskundigen moeten worden gezien in het licht van de overige stukken in het dossier en dan met name het proces-verbaal van bevindingen van de politie van 12 september 2016 waarin is vermeld dat [gedaagde 1] direct na het ongeval heeft verklaard op zijn bromfiets te hebben gereden en dat ook omstanders tegen elkaar hebben gezegd dat [gedaagde 1] op de weghelft van [eiser] reed (zie rechtsoverweging 2.2. van het tussenvonnis).

2.9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat gedaagden het tegenbewijs niet hebben geleverd. Dit betekent dat als vaststaand moet worden aangenomen dat [gedaagde 1] in de ochtend van 11 september 2016 op zijn bromfiets heeft gereden, terwijl hij meer dan de wettelijk toegestane hoeveelheid alcohol in zijn bloed had (zie rechtsoverweging 4.11 van het tussenvonnis). Daarmee heeft [gedaagde 1] de norm van artikel 8 lid 2 aanhef onder b Wegenverkeerswet overtreden. Dit heeft tot gevolg dat het causaal verband tussen deze gedraging en de door de aanrijding ontstane schade van [eiser] is gegeven, tenzij gedaagden aannemelijk hebben gemaakt dat die schade ook zou zijn ontstaan als [gedaagde 1] niet onder invloed van meer dan de wettelijke toegestane hoeveelheid alcohol op zijn bromfiets had gereden en dus geen gevaarscheppend gedrag had vertoond (zie ook rechtsoverweging 4.11 van het tussenvonnis). Daartoe zijn gedaagden in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren.

2.10. Uit de getuigenverklaringen van [naam medewerker 1] en [naam medewerker 2] die in enquête zijn gehoord, kan worden afgeleid dat [eiser] in de ochtend van 11 september 2016 in een verboden richting heeft gereden. Zowel [naam medewerker 1] als [naam medewerker 2] hebben verklaard dat op het gedeelte van het fietspad waar het ongeval heeft plaatsgevonden sprake is van eenrichtingsverkeer vanuit de richting waar [gedaagde 1] vandaan kwam. Deze omstandigheid brengt echter niet automatisch mee dat de schade ook zou zijn ontstaan als [gedaagde 1] niet onder invloed van te veel alcohol was geweest. [gedaagde 1] heeft niet gesteld en evenmin is gebleken dat het onmogelijk was om [eiser] te ontwijken doordat bijvoorbeeld het fietspad niet goed verlicht was of [eiser] te hard reed, waardoor hij [eiser] niet op tijd heeft kunnen zien. Anders dan gedaagden hebben aangevoerd, doorbreekt de omstandigheid dat [eiser] aan de verkeerde kant van de weg reed het causaal verband tussen de aanrijding door [gedaagde 1] en de bij [eiser] ontstane schade niet. Het verweer dat het ongeval door [eiser] is veroorzaakt wordt daarom verworpen. De gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde 1] onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld zal dan ook worden toegewezen.

Eigen schuld
2.11. Bij de beoordeling of sprake is van eigen schuld van [eiser] als bedoeld in artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek (BW), zoals gedaagden hebben gesteld, komt het aan op de afweging van de mate waarin de gedragingen van de ene en de andere partij het gevaar voor het ontstaan van de aanrijding in het leven hebben geroepen. Hierbij is wel van belang dat uit de getuigenverklaringen van [naam medewerker 1] als [naam medewerker 2] kan worden afgeleid dat [eiser] ten tijde van het ongeval aan de verkeerde kant van de weg reed. Bij de beoordeling van de mate waarin de gedragingen van [eiser] aan de schade hebben bijgedragen weegt echter ook mee dat [naam medewerker 1] heeft verklaard dat het op de plaats van het ongeval voor bromfietsers niet duidelijk is waar zij moeten rijden. Verder heeft hij verklaard dat de alternatieve route die [eiser] had kunnen nemen, te weten via de Fogostraat, gecompliceerd is. Hoewel [naam medewerker 2] heeft verklaard dat volgens hem door de geplaatste verkeersborden sprake is van een duidelijke verkeerssituatie, heeft de rechtbank dat naar aanleiding van zijn beschrijving van die situatie niet kunnen concluderen. Gelet hierop moet worden geconcludeerd dat de gedragingen van [eiser] in mindere mate hebben bijgedragen aan de schade dan de gedragingen van [gedaagde 1] die meer dan de wettelijk toegestane hoeveelheid alcohol had gedronken.

2.12. In de ernst van de door [gedaagde 1] gemaakte fout en de lichamelijke en psychische gevolgen van het ongeval voor [eiser] ziet de rechtbank aanleiding om de billijkheidscorrectie van artikel 6:101 lid 1 BW toe te passen. [eiser] heeft door het ongeval een zware hersenschudding opgelopen, had een scheurtje in de lever, letsel in het aangezicht, een gekneusde schouder en gekneusde ribben (zie rechtsoverweging 2.4. van het tussenvonnis). Daarnaast heeft [eiser] de rechtbank bericht dat hij als gevolg van het ongeval spanningsklachten ervaart. Alles overwegende komt de rechtbank op grond van de billijkheidscorrectie tot een vergoedingsplicht van gedaagden van 75% van de door [eiser] als gevolg van het ongeval gelden schade. Gedaagden zullen dan ook daartoe worden veroordeeld.

Schadestaat
2.13. In het tussenvonnis heeft de rechtbank overwogen dat er vanwege de medische eindtoestand van [eiser] geen aanleiding is de zaak voor begroting van de schade naar de schadestaat te verwijzen. Vanwege de wijze waarop partijen het debat over de aansprakelijkheid hebben gevoerd acht de rechtbank het thans niet opportuun om in deze procedure inhoudelijk over de schade verder te procederen, maar aangewezen om partijen in de gelegenheid te stellen om hoger beroep in te stellen tegen de in dit vonnis genomen beslissingen. De vordering tot verwijzing naar de schadestaatprocedure zal daarom worden toegewezen.

Proceskosten
2.14. Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
– dagvaarding € 97,31
– griffierecht € 287,00
– salaris advocaat € 1.900,50 (3,5 punten × tarief € 543,00)
totaal € 2.284,81

2.15. Verder zullen gedaagden worden veroordeeld in de nakosten op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

Beslissing

De rechtbank
3.1. verklaart voor recht dat [gedaagde 1] onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld en dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [eiser] als gevolg van het ongeval geleden schade,

3.2. veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, tot vergoeding aan [eiser] van 75% van de door [eiser] als gevolg van het ongeval geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,

3.3. veroordeelt gedaagden, hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 2.284,81,

3.4. veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,

3.5. verklaart dit vonnis wat de onder 3.2 tot en met 3.4 genoemde beslissingen betreft uitvoerbaar bij voorraad,

3.6. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door M.C.H. Broesterhuizen, rechter, bijgestaan door mr. H.D. Coumou, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2019.

Related Posts

by VvK
April 5, 2019
0

InstantieGerechtshof 's-HertogenboschDatum uitspraak02-04-2019Datum publicatie03-04-2019 Zaaknummer200.213.301_01Formele relatiesTussenuitspraak:  ECLI:NL:GHSHE:2018:3709RechtsgebiedenCiviel rechtBijzondere kenmerkenHoger beroepInhoudsindicatie Art. 7:658 BW. Werkgever is aansprakelijk voor de schade als gevolg van het ongeval op de werkvloer met een heftruck, nu niet vaststaat dat werkgever haar zorgplicht is nagekomen of dat het ongeval in belangrijke mate het gevolg is van opzet of...

uitkering schade

Arbeidsongeschiktheidsverzekering; verzekerde weigert informatie te verstrekken. Stopzetten uitkering, mag dat?

by VvK
April 3, 2019
0

Op verzekerde rust de verplichting om op grond van de polisvoorwaarden en op grond van art. 7:941 lid 2 BW de door verzekeraar gevraagde informatie te verstrekken. Indien verzekerde weigert om gevraagde gegevens te verstrekken die van belang zijn voor de beoordeling of verzekerde recht heeft op een uitkering, dan...

schade cafe horeca

Steekpartij Koningsnacht schadevordering door horeca-ondernemers; onrechtmatige daad dader?

by VvK
April 3, 2019
0

Op Koningsnacht heeft een steekpartij plaatsgevonden door een bezoeker van een cafe. Bij deze steekpartij zijn twee studenten zwaargewond geraakt. De steekpartij vond plaats in De Drie Gezusters in Nijmegen. Na de steekpartij zijn De Groote Griet, De Drie Gezusters en Heidi’s Skihut door de politie ontruimd. De straat werd...

SCHADE boom boom tak

Gemeente aansprakelijk voor schade afgebroken tak van boom?

by VvK
April 3, 2019
0

Op een zonnige dag stond eiseres op de opstaplocatie van de toeristische fluisterboot in Zutphen. Deze opstaplocatie is gelegen onder een kastanjeboom die eigendom is van de Gemeente Zutphen. Onverwachts breekt er één van de hoofdtakken van de kastanjeboom af en komt ten val. Eiseres lijdt schade en heeft de...

Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen verzoekt om deskundigenonderzoek chroom-6 gritstof. Afgewezen.

by VvK
February 25, 2019
0

Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen verzoekt om een aanvullend voorlopig deskundigenonderzoek te laten doen naar bepaalde ziekten als mogelijk veroorzaakt door het werken in de aanwezigheid van chroom-6 gritstof. De hoofdzaak staat al voor uitspraak. Geen invloed meer mogelijk op keuzes in hoofdzaak. Verzoek voorlopig deskundigenbericht in strijd met de goede...

Load More

Leave a Reply Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Instagram

    • Contact

    © 2019 Verzekerd van Kennis.

    No Result
    View All Result
    • Home
    • Verzekeringen
    • Aansprakelijkheid
      • Verkeer
        • Alcohol; meerijden passagier
    • Letselschade

    © 2019 Verzekerd van Kennis.

    Login to your account below

    Forgotten Password?

    Fill the forms bellow to register

    All fields are required. Log In

    Retrieve your password

    Please enter your username or email address to reset your password.

    Log In
    error: Content is protected